Hoofdstuk 5
De school waar je gehoord, gezien en gewaardeerd wordt, is ook zichtbaar in de leerlingondersteuning. Iedere leerling heeft een mentor voor de schoolvoortgang en sociaal-emotionele ondersteuning en begeleiding (basiszorg). Sommige leerlingen hebben behoefte aan extra ondersteuning.
5.1 Medewerkers ondersteuning
Mentor
De mentor is de eerste aanspreekpersoon voor de leerling en ouders/verzorgers. Deze persoon draagt zorg voor de individuele begeleiding van de leerling op het gebied van schoolvoortgang en sociaal-emotioneel welzijn. De mentor heeft een belangrijke signaleringsrol als een leerling belemmerd wordt in zijn/haar schoolvoortgang of welzijn en zal, indien mogelijk samen met de leerling, ouders/verzorgers een plan van aanpak opstellen. De mentor kan ook een beroep
doen op de extra (zorg)ondersteuning en/of begeleiding.
Ondersteuningscoördinator
De ondersteuningscoördinator (OCO) is verantwoordelijk voor de realisatie van de juiste extra onderwijsbehoefte van de leerling. De OCO overlegt/werkt samen met de mentor, met de leerling en de ouders/verzorgers om te bepalen welke hulp nodig is. Hij/zij adviseert docenten en mentoren in hun begeleidende rol. De OCO bewaakt de procedures en afspraken die over de extra ondersteuning zijn gemaakt en onderhoudt het contact met de externe partij.
Orthopedagoog
Binnen Scholen aan Zee is de orthopedagoog onderdeel van het ondersteuningsteam op alle locaties. De orthopedagoog brengt, indien wenselijk, onder andere de onderwijsbehoeften van leerlingen met complexere hulpvragen in kaart en probeert dit te vertalen naar handelingsgerichte adviezen. Daarnaast verricht de orthopedagoog activiteiten op het gebied van signalering, diagnostiek, advisering, begeleiding en evaluatie die gericht zijn op leerlingen, ouders, docenten en docententeams.
Ondersteuningspunt
Als blijkt dat de leerling meer ondersteuning nodig heeft dan de mentor en/of docenten in de klas kunnen bieden, kan de leerling via het ondersteuningsoverleg aangemeld worden bij het ondersteuningspunt (OSP). Dit kan ook al vanuit groep
acht gebeuren. Binnen het OSP wordt met de leerling en ouders/verzorgers de begeleidingsvraag vastgesteld, worden de doelen bepaald en regelmatig geëvalueerd. De begeleiding kan bestaan uit ondersteuning in het OSP, maar ook in
de klas.
Loopbaanbegeleider
De loopbaanbegeleider (LOB'er) ondersteunt leerlingen en begeleidt docenten bij het samenstellen van het vakkenpakket en de studie- en beroepskeuze. Via voorlichting aan groepen en individuele gesprekken probeert hij/zij de leerlingen op het spoor te zetten van vervolgopleidingen en beroepen die passen bij hun capaciteiten, interesses en persoonlijkheid.
Vertrouwenspersoon
Op elke schoollocatie zijn vertrouwenspersonen aangesteld die leerlingen kunnen helpen wanneer er een klacht is over machtsmisbruik of bij situaties waarin zij zich onveilig voelen. Samen met de leerling wordt besproken wat er is gebeurd en wat de juiste weg is om een eind aan de onveiligheid te maken. Er zijn diverse mogelijkheden, waaronder het indienen van een klacht of aangifte doen bij de politie. Daarnaast heeft Scholen aan Zee een telefoonnummer opengesteld waar anoniem melding gemaakt kan worden van machtsmisbruik of van andere incidenten.
Veiligheidscoördinator
Daarnaast kent iedere locatie een schoolleider, die veiligheidscoördinator is. De veiligheidscoördinator is verantwoordelijk voor de veiligheidszaken op de locatie, maar ook voor aangelegenheden op het terrein van sociale veiligheid (bijvoorbeeld
pesten en incidenten). Bekijk het Scholen aan Zee veiligheidsplan.
Anti-pestcoördinator
Ook heeft iedere schoollocatie een medewerker die een rol speelt in het tegengaan van pesten: de anti-pestcoördinator. De anti-pestcoördinator zorgt ervoor dat het anti- pestbeleid op school regelmatig een punt van aandacht is. Bekijk het Scholen aan Zee anti-pestprotocol.
De mentor is de eerste aanspreekpersoon voor de leerling en ouders/verzorgers. Deze persoon draagt zorg voor de individuele begeleiding van de leerling op het gebied van schoolvoortgang en sociaal-emotioneel welzijn. De mentor heeft een belangrijke signaleringsrol als een leerling belemmerd wordt in zijn/haar schoolvoortgang of welzijn en zal, indien mogelijk samen met de leerling, ouders/verzorgers een plan van aanpak opstellen. De mentor kan ook een beroep
doen op de extra (zorg)ondersteuning en/of begeleiding.
Ondersteuningscoördinator
De ondersteuningscoördinator (OCO) is verantwoordelijk voor de realisatie van de juiste extra onderwijsbehoefte van de leerling. De OCO overlegt/werkt samen met de mentor, met de leerling en de ouders/verzorgers om te bepalen welke hulp nodig is. Hij/zij adviseert docenten en mentoren in hun begeleidende rol. De OCO bewaakt de procedures en afspraken die over de extra ondersteuning zijn gemaakt en onderhoudt het contact met de externe partij.
Orthopedagoog
Binnen Scholen aan Zee is de orthopedagoog onderdeel van het ondersteuningsteam op alle locaties. De orthopedagoog brengt, indien wenselijk, onder andere de onderwijsbehoeften van leerlingen met complexere hulpvragen in kaart en probeert dit te vertalen naar handelingsgerichte adviezen. Daarnaast verricht de orthopedagoog activiteiten op het gebied van signalering, diagnostiek, advisering, begeleiding en evaluatie die gericht zijn op leerlingen, ouders, docenten en docententeams.
Ondersteuningspunt
Als blijkt dat de leerling meer ondersteuning nodig heeft dan de mentor en/of docenten in de klas kunnen bieden, kan de leerling via het ondersteuningsoverleg aangemeld worden bij het ondersteuningspunt (OSP). Dit kan ook al vanuit groep
acht gebeuren. Binnen het OSP wordt met de leerling en ouders/verzorgers de begeleidingsvraag vastgesteld, worden de doelen bepaald en regelmatig geëvalueerd. De begeleiding kan bestaan uit ondersteuning in het OSP, maar ook in
de klas.
Loopbaanbegeleider
De loopbaanbegeleider (LOB'er) ondersteunt leerlingen en begeleidt docenten bij het samenstellen van het vakkenpakket en de studie- en beroepskeuze. Via voorlichting aan groepen en individuele gesprekken probeert hij/zij de leerlingen op het spoor te zetten van vervolgopleidingen en beroepen die passen bij hun capaciteiten, interesses en persoonlijkheid.
Vertrouwenspersoon
Op elke schoollocatie zijn vertrouwenspersonen aangesteld die leerlingen kunnen helpen wanneer er een klacht is over machtsmisbruik of bij situaties waarin zij zich onveilig voelen. Samen met de leerling wordt besproken wat er is gebeurd en wat de juiste weg is om een eind aan de onveiligheid te maken. Er zijn diverse mogelijkheden, waaronder het indienen van een klacht of aangifte doen bij de politie. Daarnaast heeft Scholen aan Zee een telefoonnummer opengesteld waar anoniem melding gemaakt kan worden van machtsmisbruik of van andere incidenten.
Veiligheidscoördinator
Daarnaast kent iedere locatie een schoolleider, die veiligheidscoördinator is. De veiligheidscoördinator is verantwoordelijk voor de veiligheidszaken op de locatie, maar ook voor aangelegenheden op het terrein van sociale veiligheid (bijvoorbeeld
pesten en incidenten). Bekijk het Scholen aan Zee veiligheidsplan.
Anti-pestcoördinator
Ook heeft iedere schoollocatie een medewerker die een rol speelt in het tegengaan van pesten: de anti-pestcoördinator. De anti-pestcoördinator zorgt ervoor dat het anti- pestbeleid op school regelmatig een punt van aandacht is. Bekijk het Scholen aan Zee anti-pestprotocol.

5.2 Vormen van ondersteuning en begeleiding
(Basis)ondersteuning in de les door docenten en mentoren
Uitgangspunt is de ondersteuningsbehoefte van leerlingen op het gebied van instructie en klassenmanagement. De docent sluit daarop aan met zijn pedagogisch handelen.
(Basis)ondersteuning buiten de lessen om
Deze ondersteuning gebeurt na toelating naar aanleiding van intern ondersteuningsoverleg en vindt plaats in het Ondersteuningspunt (OSP) van de schoollocatie door een medewerker van het OSP.
(Extra) ondersteuning buiten het reguliere voortgezet onderwijs
Dit kan bijvoorbeeld door plaatsing in het speciaal onderwijs. Voor een dergelijke plaatsing is een Toelaatbaarheidsverklaring van de Commissie Toelaatbaarheid Passend Onderwijs van het Samenwerkingsverband (SWV) nodig. Plaatsing buiten het onderwijs op basis van een zwaardere zorgbehoefte verloopt via instellingen voor Jeugd GGZ.
Consulent langdurig en chronisch zieken
Leerlingen met een specifieke hulpvraag op het gebied van gezondheidszorg (lichamelijke handicap of chronische ziekte) worden begeleid door de begeleider chronisch zieke leerlingen. De aanmelding voor deze vorm van begeleiding verloopt
altijd via het interne ondersteuningsoverleg van de schoollocatie.
Remediale hulp
Remediale hulp is specifieke hulp die wordt geboden aan individuele leerlingen naar aanleiding van onder andere de Diatoetsen. Leerlingen met dyslexie of dyscalculie kunnen onder bepaalde voorwaarden extra tijd krijgen bij examens en toetsen. Voor de dyslectische leerlingen dient een dyslexieverklaring te worden aangevraagd. De kosten daarvan komen voor rekening van de ouders/verzorgers. Scholen aan Zee heeft een dyslexiebeleidsplan en een dyscalculieprotocol opgesteld.
Begeleiding volgens MAZL-verzuimbeleid
Scholen aan Zee heeft aandacht en zorg voor leerlingen die vaak of langdurig afwezig zijn na ziekmelding met behulp van het ziekteverzuimbeleid volgens de MAZL-methodiek. MAZL (‘Mazzel’) staat voor Meer Aandacht voor Ziekgemelde
Leerling. Door het structureel aandacht besteden aan de ziekgemelde leerling en het zo nodig of gewenst inschakelen van de jeugdarts, kan de zorg voor de leerling verbeterd worden.
Bij het verzuimbeleid volgens MAZL werken drie partijen nauw samen:
Uitgangspunt is de ondersteuningsbehoefte van leerlingen op het gebied van instructie en klassenmanagement. De docent sluit daarop aan met zijn pedagogisch handelen.
(Basis)ondersteuning buiten de lessen om
Deze ondersteuning gebeurt na toelating naar aanleiding van intern ondersteuningsoverleg en vindt plaats in het Ondersteuningspunt (OSP) van de schoollocatie door een medewerker van het OSP.
(Extra) ondersteuning buiten het reguliere voortgezet onderwijs
Dit kan bijvoorbeeld door plaatsing in het speciaal onderwijs. Voor een dergelijke plaatsing is een Toelaatbaarheidsverklaring van de Commissie Toelaatbaarheid Passend Onderwijs van het Samenwerkingsverband (SWV) nodig. Plaatsing buiten het onderwijs op basis van een zwaardere zorgbehoefte verloopt via instellingen voor Jeugd GGZ.
Consulent langdurig en chronisch zieken
Leerlingen met een specifieke hulpvraag op het gebied van gezondheidszorg (lichamelijke handicap of chronische ziekte) worden begeleid door de begeleider chronisch zieke leerlingen. De aanmelding voor deze vorm van begeleiding verloopt
altijd via het interne ondersteuningsoverleg van de schoollocatie.
Remediale hulp
Remediale hulp is specifieke hulp die wordt geboden aan individuele leerlingen naar aanleiding van onder andere de Diatoetsen. Leerlingen met dyslexie of dyscalculie kunnen onder bepaalde voorwaarden extra tijd krijgen bij examens en toetsen. Voor de dyslectische leerlingen dient een dyslexieverklaring te worden aangevraagd. De kosten daarvan komen voor rekening van de ouders/verzorgers. Scholen aan Zee heeft een dyslexiebeleidsplan en een dyscalculieprotocol opgesteld.
Begeleiding volgens MAZL-verzuimbeleid
Scholen aan Zee heeft aandacht en zorg voor leerlingen die vaak of langdurig afwezig zijn na ziekmelding met behulp van het ziekteverzuimbeleid volgens de MAZL-methodiek. MAZL (‘Mazzel’) staat voor Meer Aandacht voor Ziekgemelde
Leerling. Door het structureel aandacht besteden aan de ziekgemelde leerling en het zo nodig of gewenst inschakelen van de jeugdarts, kan de zorg voor de leerling verbeterd worden.
Bij het verzuimbeleid volgens MAZL werken drie partijen nauw samen:
- Scholen aan Zee;
- De jeugdarts van de GGD Hollands Noorden;
- De leerplichtambtenaren van de gemeente.
Werkwijze
Een goede samenwerking tussen de ouders/verzorgers, school en de leerling is een belangrijk uitgangspunt bij Scholen aan Zee. Bij langdurig of frequent ziekteverzuim gaat de school in gesprek met de ouders/verzorgers en de leerling. Zo nodig laat de school zich adviseren door de jeugdarts van de GGD Hollands Noorden. Het is van belang dat de leerling weer zo snel mogelijk aan het lesprogramma kan deelnemen.
Criteria voor uitnodiging verzuimgesprek op school
- Elke 4 de ziekmelding in drie maanden tijd;
- Elke 7 de aaneengesloten ziektedag (schooldagen);
- Zorgen vanuit school over het ziekteverzuim van de leerling.
De leerling en de ouders/verzorgers, waarvan het ziekteverzuim aan een van deze criteria voldoet, worden uitgenodigd voor een gesprek op school. Naar aanleiding van dit gesprek kan, in goed overleg, een uitnodiging volgen voor een afspraak bij de jeugdarts.
De jeugdarts
De jeugdarts bespreekt de gezondheidsklachten en oorzaken van het ziekteverzuim, onderzoekt de leerling zo nodig en zoekt samen met ouders/verzorgers en leerling naar gewenste zorg. De jeugdarts adviseert over deelname aan het lesprogramma. Tevens biedt de jeugdarts handvatten voor het optimaliseren van deze deelname. Het gesprek is vertrouwelijk. In verband met het medisch beroepsgeheim koppelt de jeugdarts inhoudelijke informatie alleen met toestemming van de ouders/verzorgers en/of leerling terug aan de school.
De rol van de leerplichtambtenaar
De rol van de leerplichtambtenaar is het toezicht houden op ongeoorloofd schoolverzuim. Dit vanuit zijn verantwoordelijkheid de leerplichtwet te handhaven.
Bekijk de website voor meer informatie over de methodiek.